Oevers rond kanalen
Open duin met duingraslanden en duindoorstruwelen zijn in Europa zeldzaam en waardevol. Ze worden bedreigd door dichtgroeien, verruiging, verzuring en vermesting. We moeten en willen daarom extra goed voor dit 'grijze' duin zorgen in de AWD. Deze werkzaamheden vinden plaats in het gebied rond de oevers van het Barnaart- en Rechte Schusterknaal.
We zien nu dat het duin op sommige plekken steeds dichter groeit door bomen die hier eigenlijk niet thuishoren. Vaak zijn dit ook bomen die snel uitbreiden, zoals de gewone esdoorn, populier, robinia en abeel. Ze zijn meestal in het verleden aangeplant maar voor de toekomst van het open duin niet meer gewenst. Daarom halen we een deel van deze bomen weg. Bovendien krijgen op enkele plekken duineigen bomen zoals eik, berk en veldesdoorn en struiken zoals kadinaalsmuts en meidoorn hierdoor meer ruimte om tot groei te komen. Daarnaast letten we ook op de veiligheid voor de bezoekers en voor de waterwinning.
Met het open duin geven geven we weer ruimte aan vele soorten lage begroeiingen met lage grassen, kruiden en mossen. Een rijkdom voor insecten, de blauwvleugelsprinkhaan, aardbeivlinder, duinparelmoervlinder en veel soorten bijen, wespen en kevers. Bovendien komen de vergezichten weer terug.